Coalitieprogramma Dynamisch, continuerend en grensverleggend
Het coalitieprogramma Dynamisch, continuerend en grensverleggend vermeldt m.b.t. de lokale heffingen:
- lokale belastingen zijn geen sluitpost;
- de belastingdruk stijgt niet meer dan met het percentage van de inflatie.
In 2019 is een onderzoek uitgevoerd naar o.a. de:
- leges
- forensenbelasting
- de mogelijkheden om meer middelen te genereren uit de ontwikkelingen op het gebied van recreatie en toerisme, met name aan de kust.
Dit onderzoek heeft geresulteerd in onderstaande aanpassingen (ingaand 2020 en nog steeds van toepassing).
Leges:
€ 500 leges in rekening brengen voor een principeverzoek voor een planologische procedure (geen verrekening bij het indienen van een definitieve aanvraag).
Forensenbelasting:
- heffingsgrondslag wijzigen in een ‰ van de WOZ-waarde;
- het minimumtarief voor de forensenbelasting voor woningen met een WOZ-waarde ≤ € 100.000 bedraagt in 2021 € 425;
- alle objecten met een waarde variërende tussen € 100.000 en € 700.000 euro worden in 2021 belast met 4,25‰ van de WOZ-waarde;
- de maximaal te belasten WOZ-waarde van de forensenbelasting is vastgesteld op € 700.000 euro.
(Water)toeristenbelasting:
De tarieven (water)toeristenbelasting bedragen in 2021, net als in 2020, per persoon per overnachting:
- | (mini)campings/jachthavens m.u.v. strandslaaphuisjes en de jaarplaatsen | € 1,20 |
---|---|---|
- | jaarplaatsen (mini)campings/jachthavens | € 1,50 |
- | recreatiewoningen, pensions, etc. | € 1,50 |
- | hotels | € 2,00 |
- | strandslaaphuisjes | € 2,00 |
Toerekening overhead aan de heffingen
Definitie van het begrip overhead:
- aansluiting gezocht bij de definitie in het kader van Vensters voor Bedrijfsvoering;
- overhead zijn alle kosten die indirect samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces.
Bij de toerekening van de overhead aan de heffingen is uitgegaan van een methodiek uit de Handreiking kostenonderbouwing lokale heffingen, t.w. methodiek gebaseerd op de personeelslasten. Niet alle overheadkosten worden toegerekend; nagegaan is welke overhead redelijkerwijs kan worden toegerekend aan de heffingen. Niet toegerekend worden de kosten van:
- het bestuurssecretariaat : ondersteuning college van burgemeester en wethouders
- commissie bezwaar, communicatie en gemeentejurist: communicatie en afhandeling van bezwaar- en beroepschriften inzake belastingen loopt via Sabewa Zeeland
- de medewerkers belast met enkele specifieke taken van bedrijfsvoering (bijv. informatiebeveiliging).
Daarmee rekening houdend komt de toeslag voor de overhead op de directe personeelslasten uit op 66%.
Regionale samenwerking Sabewa Zeeland
De heffing en invordering van onroerende zaakbelastingen, afvalstoffenheffing, rioolheffing, hondenbelasting, toeristenbelasting, forensenbelasting, precariobelasting en reclamebelasting is overgedragen aan de gemeenschappelijke regeling Sabewa Zeeland. Sabewa Zeeland handelt tevens de kwijtschelding van deze belastingen af.
Tarieven 2021
In de begroting 2021-2025 is uitgegaan van een aanpassing van de tarieven met 1,8%, zijnde de Prijsindex Bruto Binnenlands Product 2021 welke eveneens gehanteerd wordt in de Meicirculaire 2020.
Uitzonderingen hierop zijn:
Belastingsoort | Verhoging |
---|---|
Afvalstoffenheffing | Verhoging tarieven 2020 met 4% |
Rioolheffing | Op basis van het GRP 2020-2024 een jaarlijkse tariefsverhoging met 1,25%, verhoogd met het inflatiepercentage van 1,8% |
Toeristenbelasting | Tarieven variëren van € 1,20 tot € 2,00 op basis van soort verblijf. Tarieven gelijk aan niveau 2020. |
Lijkbezorgingsrechten | Uitgangspunt is 100% kostendekking. Voor de komende jaren wordt, totdat dit is bereikt, uitgegaan van een jaarlijkse stijging van de tarieven met het inflatiepercentage (1,8%). |
Baatbelasting | Uitvoering van de reeds eerder door de raad vastgestelde verordeningen (riolering buitengebied en herinrichting centrum Sluis). |
Parkeerbelastingen | Geen wijzigingen t.o.v. de tarieven 2020. |
Naheffing parkeerbelasting | Vaststellen op het wettelijk maximum voor 2021 ad € 65,30 (was € 64,50; verhoging uitsluitend op basis van een kostenberekening die deze verhoging rechtvaardigt). |